Page 38 - Promemorie 2025
P. 38

vijf jaar) maximaal 30% (2024 en 2023: eveneens 30%) van het loon onbelast (gericht vrijgesteld)
                      worden vergoed door de werkgever (‘expatregeling’). Hiervoor is een beschikking van de
                      Belastingdienst nodig. De werkgever kan jaarlijks kiezen ofwel de expatregeling toe te passen dan
                      wel de werkelijke extraterritoriale kosten aan de werknemer te vergoeden. Per 1 januari 2027
                      wordt het maximumpercentage verlaagd van 30% naar 27%. Voor werknemers die uiterlijk in het
                      laatste tijdvak van 2023 gebruikmaakten van de expatregeling blijft gedurende de gehele looptijd
                      een percentage van 30% gelden. De specifieke deskundigheid wordt aanwezig geacht als het loon
                      van de desbetreffende werknemer op jaarbasis meer dan EUR 46.660 (2024: EUR 46.107 en 2023:
                      EUR 41.954) bedraagt. Voor werknemers jonger dan 30 jaar met een Nederlandse of vergelijkbare
                      mastergraad geldt een lagere loongrens, namelijk EUR 35.468 (2024: EUR 35.048 en 2023:
                      EUR 31.891). Per 1 januari 2027 wordt de loongrens extra verhoogd voor werknemers die vanaf
                      2025 gebruik gaan maken van de expatregeling. Verder is de expatregeling vanaf 1 januari 2024
                      afgetopt tot de WNT-norm, ook wel bekend als de balkenendenorm. Dit betekent dat de
                      expatregeling kan worden toegepast op het loon tot de WNT-norm van EUR 246.000 (2024:
                      EUR 233.000). Als de expatregeling nog over het laatste loontijdvak van 2022 is toegepast en
                      genoten door de werknemer, geldt de aftopping pas vanaf 1 januari 2026. Ten slotte vervalt per
                      1 januari 2025 de faciliteit van de zogenoemde partiële buitenlandse belastingplicht. Dat betekent
                      dat werknemers die in Nederland wonen en de expatregeling hebben niet langer als niet-
                      inwoner/buitenlands belastingplichtige worden behandeld voor toepassing van box 2 (inkomen uit
                      aanmerkelijk belang) en box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). Werknemers die al in december
                      2023 de 30%-vergoeding genoten, kunnen nog tot en met 2026 gebruikmaken van de partiële
                      buitenlandse belastingplicht.
                   6)   Het begrip ‘werkplek’ voor arbovoorzieningen is uitgebreider en omvat ook de plaats buiten de
                      werkplek waar uitvoering wordt gegeven aan het arbobeleid van de werkgever.
                   7)   De korting of vergoeding bij de aankoop van producten uit eigen bedrijf is gericht vrijgesteld onder
                      de volgende voorwaarden:
                         •  De producten zijn niet branchevreemd.
                         •  De korting of vergoeding is per product maximaal 20% (2024 en 2023: eveneens 20%) van
                            de waarde in het economische verkeer van dat product.
                         •  De kortingen of vergoedingen bedragen in het kalenderjaar samen niet meer dan het in de
                            tabel genoemde maximale bedrag. Een eventueel niet-gebruikt deel van de vrijstelling mag
                            niet worden doorgeschoven naar een volgend jaar.
                         •  Is de dienstbetrekking door pensionering of arbeidsongeschiktheid geëindigd, dan is de
                            vrijstelling ook van toepassing.


          3.3.2    Tabel nihilwaarderingen

                    Voor de volgende soorten loon in natura geldt een nihilwaardering:
                    •  voorzieningen op de werkplek, zoals bedrijfsfitness, personeelsfestiviteiten, gereedschappen, de
                       vaste computer, het kopieerapparaat en de vaste telefoon op het werk (niet de thuiswerkplek);
                    •  consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd;
                    •  terbeschikkinggestelde kleding die (bijna) uitsluitend geschikt is om tijdens het werk te dragen,
                       zoals uniformen en overalls, werkkleding die op het werk achterblijft en terbeschikkinggestelde
                       werkkleding met beeldmerken (logo) van de werkgever van samen ten minste 70 cm  per
                                                                                           2
                       kledingstuk;
                    •  de laagrentende of renteloze personeelslening als uw werknemer daarmee een fiets, elektrische
                       fiets of elektrische scooter voor woon-werkverkeer koopt (ook binnen cafetariaregelingen);
                    •  niet-permanente huisvesting op de werkplek, waarbij het redelijkerwijs niet mogelijk is dat de
                       werknemer zich hieraan kan onttrekken, bijvoorbeeld aan boord van zeeschepen of bij parate
                       diensten in een brandweerkazerne of ziekenhuis, op boorplatforms of bij slaapdiensten in de
                       gehandicaptenzorg;
                    •  voorzieningen in de werkruimte thuis.






                   36                      januari    2 0 2 5   © 2025 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven
                                                                in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie
                                                                van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company
                                                                limited by guarantee. Alle rechten voorbehouden.
   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43