Belang van de veehouderij
De auteurs beschrijven de veehouderij als een essentiële rol in het waarborgen van de voedselzekerheid in de EU, het handhaven van het economische evenwicht in plattelandsgebieden en het leveren van voedselproducten met toegevoegde waarde. Volgens gegevens van Eurostat (2023) is de veehouderij goed voor ongeveer 40% van de totale waarde van de landbouwproductie in de EU-27, en melkvee is een centrale pijler van dit ecosysteem, met meer dan 20 miljoen stuks die op commerciële boerderijen worden gefokt.
Landen zoals Duitsland, Frankrijk, Nederland en Polen onderscheiden zich door hun hoge efficiëntie, superieure opbrengsten per dier en geavanceerde landbouwtechnologie. Zo bedraagt de gemiddelde melkproductie in Duitsland en Nederland meer dan 9.000 liter per dier per jaar, terwijl het gemiddelde in de Europese Unie rond de 7.300 liter per dier per jaar ligt (European Milk Market Observatory, 2023). Deze resultaten zijn het gevolg van voortdurende investeringen in genetica, voeding, automatisering en digitalisering.
Achterblijvend in concurrentievermogen
Roemenië daarentegen, hoewel het over aanzienlijke natuurlijke hulpbronnen beschikt, worstelt om concurrerender te worden en vergelijkbare resultaten te behalen. Hoewel de rundveesector de afgelopen jaren is gestabiliseerd, wordt deze nog steeds gekenmerkt door een lage mate van economische concentratie en lage technologische efficiëntie. Gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INS, 2023) laten een daling van de rundveestapel zien van 2,5 miljoen stuks in 2007 tot ongeveer 1,85 miljoen in 2023, waarvan slechts ongeveer 20% op commerciële boerderijen wordt gehouden. De gemiddelde melkproductie per dier ligt tussen de 4.000 en 5.500 liter per jaar – aanzienlijk lager dan het Europese gemiddelde. Technische kloof
Helaas is een van de meest zichtbare verschillen tussen Roemenië en West-Europese landen het niveau van de technische uitrusting. Volgens een rapport van het Ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling (MADR, 2022) gebruikt slechts 15-18% van de commerciële melkveebedrijven in Roemenië geautomatiseerde melksystemen en beschikt minder dan 10% over apparatuur voor het monitoren van het microklimaat. Daarentegen is in Duitsland, Nederland en Denemarken de digitalisering van alle processen – inclusief kuddemanagement, automatische ventilatie en voermonitoring – al een gangbare praktijk op middelgrote en grote bedrijven.
Concurrentievoordelen
Volgens de auteurs heeft Roemenië echter concurrentievoordelen die, met een coherente valorisatiestrategie, kunnen worden omgezet in bronnen van vooruitgang. Deze omvatten: de beschikbaarheid van grote veevoerbronnen (13 miljoen hectare landbouwgrond), relatief lage arbeidskosten, toegang tot Europese fondsen en de groeiende vraag naar lokale zuivelproducten met gegarandeerde traceerbaarheid. Om deze voordelen om te zetten in echte economische voordelen, moet het proces van technologische modernisering worden versneld. Structurele uitdagingen
Als we dieper ingaan op de uitdagingen waarmee Roemeense boeren worden geconfronteerd, zijn ze meervoudig en structureel van aard. De kleine omvang van de landbouwbedrijven, de lage kapitalisatiegraad, het onvoldoende gebruik van technologie en de beperkte toegang tot digitale innovaties beperken hun concurrentievermogen aanzienlijk.
Roemenië vertegenwoordigt ongeveer 33,5% van het totale aantal landbouwbedrijven in de EU, maar de meeste hiervan zijn klein, met een gemiddelde grootte van 4,4 ha/bedrijf, vergeleken met het EU-gemiddelde van 15 ha/bedrijf (Eurostat, 2023). Deze fragmentatie vermindert de economische efficiëntie en maakt het moeilijk om aanzienlijke investeringen aan te trekken. Zo heeft een gemiddeld bedrijf in Frankrijk of Duitsland meer dan 100 melkkoeien en maakt het gebruik van geautomatiseerde apparatuur, terwijl Roemenië meer dan 134.000 kleine melkveebedrijven (minder dan 10 stuks) heeft, waarvan vele onder de winstgevendheidsdrempel liggen (MADR, 2022).
Een vergelijking met de EU
De algehele economische prestaties bevestigen deze verschillen. Een studie gepubliceerd in het tijdschrift “Sustainability” (2023) vergeleek belangrijke indicatoren tussen EU-landen en toonde aan dat Roemeense landbouwbedrijven een Farm Economic Sustainability Index (FESI) hebben van € 29.262, vergeleken met het EU-gemiddelde van € 41.529. Wat betreft de Farm Capitalization Index (FCI) staat Roemenië op 13,8, terwijl het Europese gemiddelde 18,96 is – wat wijst op aanzienlijke verschillen in technische uitrusting. Evenzo varieert de Profitability and Cash Flow Index (PCFI) in Roemenië tussen 118% en 136%, lager dan het niveau in andere landen (137%-157%), wat wijst op een lagere liquiditeit en een beperkt zelf financierend vermogen.
Digitalisering
De mate van digitalisering is ook een kritische factor. Slechts 15-18% van de commerciële rundveehouderijen in Roemenië gebruikt geautomatiseerde melkapparatuur en minder dan 10% beschikt over microklimaatmonitoringsystemen, terwijl deze technologieën in landen zoals Duitsland of Nederland op meer dan 60% van de bedrijven aanwezig zijn. Daarnaast is de tractordichtheid een andere relevante indicator: in Roemenië is er 1 tractor per 54 ha, vergeleken met 1 tractor per 13 ha in West-Europese landen, wat wijst op een lage productiviteit en een grote afhankelijkheid van handarbeid (Europese Commissie, 2022).
Het digitaliseringsproces wordt ook vertraagd door culturele en institutionele factoren. Onderzoek benadrukt de belangrijkste obstakels waarmee kleine landbouwbedrijven in Roemenië worden geconfronteerd bij de implementatie van Agricultural Digital Solutions (ADS): hoge initiële kosten, gebrek aan digitale vaardigheden en onvoldoende institutionele ondersteuning. Studies tonen aan dat de terughoudendheid van Roemeense boeren om slimme technologieën te implementeren wordt beïnvloed door een laag niveau van technisch onderwijs, maar ook door het gebrek aan functionele lokale voorbeelden die verandering stimuleren. Marktpositie van boeren
Bovendien is de marktpositionering vaak ongunstig. Grote boerenbedrijven in West-Europa zijn geïntegreerd in efficiënte verwerkings- en distributienetwerken, terwijl de meeste boeren in Roemenië melk als grondstof tegen lage prijzen verkopen, zonder eigen verwerkingscapaciteit. Deze afhankelijkheid beperkt de toegevoegde waarde die boeren behalen en vergroot hun kwetsbaarheid voor marktschommelingen.
Financiële positie
Ook wat betreft financiële steun verkeert Roemenië niet in een gunstige positie. De verhouding tussen subsidies en inkomsten bedraagt 107%, lager dan het EU-gemiddelde van 121%. Sterker nog, minder dan 30% van de Europese middelen wordt omgezet in productieve investeringen, vergeleken met meer dan 45% bij boerenbedrijven in ontwikkelde landen.
Conclusie: de enige weg is omhoog!
De conclusie van de auteurs is dat al deze structurele, technologische en verschillen leiden tot een ongelijke concurrentie binnen de EU-markt. Zonder een coherent moderniseringsplan lopen Roemeense boeren het risico vast te blijven zitten in een niet-concurrerend economisch model dat kwetsbaar is voor externe schokken en niet in staat is om te voldoen aan steeds strengere normen op het gebied van kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid. Voor de nieuwe Roemeense regering is de veehouderijsector een prioriteit. We blijven de ontwikkelingen in deze en andere veelbelovende sectoren volgen en onderzoeken, en kansen voor samenwerking tussen NL en RO identificeren.
Benieuwd naar de kansen op de Roemeense markt? Zie ook: Agrifoodhandelsmissie naar Roemenie (Initiatief Roemeense Ambassade Boekarest (vraag naar Sophie Neeve)en ‘Dutch Day at Indagra Fair’ en wellicht lukt het u om daar de ervaringsdeskundigen Peter en Jan de Boer te spreken van DN Argrar