Voor de onderhandelingen tussen Damen Shipyards en de Roemeense regering is de Roemeense Minister van Economische Zaken Danut Andrusca   verantwoordelijk. Deze minister traineerde de onderhandelingen, waardoor al 700 werknemers van de DMHI(Deawoo) werf zonder werk zaten, hooggekwalificeerde werknemers vertrokken, verlaging van salarissen en het faillissement dreigde. Daarom zette de vakbonden Navalist Union met als voorzitter Laurentiu Gobeaja en FSLR de minister onder druk en wezen hem erop dat hij op deze wijze de belangen van de Roemeense werknemers in gevaar bracht.
Het leidde in een relatief korte tijd tot het aanvaarden door Damen Shipyards van een minderheidsbelang waardoor de overname een feit werd. De minister van economische zaken bracht het nieuws in de media alsof het zijn succes was en hij de belangen van de werknemers tegen  andere belanghebbenden voor de scheepswerf had beschermd.  De realiteit gebiedt echter aan te geven dat de staat sedert 1989 weer bedrijven nationaliseert in plaats van privatiseert en met als gevolg dat de Roemeense regering reputatieschade heeft opgelopen en het vertrouwen van investeerders is geschaad.
Hoewel de eerder onterecht geannuleerde order van de vier korvetten voor Damen Shipyards hier formeel los van staat,heeft de Roemeense regering bij haar motivatie aangegeven dat zij op de Roemeense scheepswerf gebouwd moeten worden, waarmee dus een officieuze relatie is gelegd met de werf in Mangalia. Om meer gezichtsverlies te voorkomen zal de Roemeense regering deze beslissing op korte termijn moeten nemen zoals eerder aangekondigd door de Minister van Defensie Mihai-Viorel Fifor.