De maatregelen in het Europese Mobility Package maken het nagenoeg onmogelijk om de door dezelfde EU opgelegde milieudoelstellingen te halen. Transportbedrijven zitten in een spagaat door tegenstrijdige Europese regelgeving.

Op 31 mei 2017 heeft de Europese Commissie het Mobility Package aangenomen, een brede reeks initiatieven om de uitdagingen op het gebied van vervoer en mobiliteit in Europa aan te pakken. Met het Mobility Package wil de Europese Commissie onder meer postbusbedrijven tegengaan, een einde maken aan systematische inzet van buitenlandse bedrijven voor binnenlands vervoer (cabotage) en de werkomstandigheden van chauffeurs in het internationaal transport verbeteren.

Chauffeurstekort
Doelstellingen die alle gerenommeerde transportbedrijven volledig zullen onderschrijven. Het grootste aandeel van werknemers in de branche zijn chauffeurs, hun bijdrage is essentieel voor een goed werkende economie. Maar daar zit ook een groot probleem.

Er is in West Europa immers een groot tekort aan mensen die als chauffeur aan de slag willen. Het tekort moet daarom blijvend worden aangevuld met rijders vanuit Centraal en Oost Europa. Niet iedereen is blij met arbeidsmigratie, maar de realiteit is dat deze arbeidskrachten hier ontbreken en essentieel zijn voor onze economie. Om hier toch een eerlijk speelveld van te maken is de Mobility Package in het leven geroepen.

Leeg terug
Ondanks de vele goede bedoelingen is in de Mobility Package echter ook een verkeerde maatregel geslopen. Onderdeel van het plan is om vanaf 21 februari 2022 een verplichting in te voeren om vrachtauto’s iedere acht weken naar de lidstaat van vestiging terug te keren; de zogenaamde ‘vehicle return home’ -regel.

Om aan deze regel te voldoen zijn meerdere alternatieven mogelijk, maar de treurige realiteit zal zijn dat leeg op en neer rijden voor de meeste bedrijven de meest kostenefficiënte oplossing wordt. In de praktijk betekent dit: onnodige CO2-emissie en hogere kosten. Iedere acht weken een zinloze rit van vele duizenden kilometers, die geen enkele economische waarde toevoegt, om een meter over de grens te komen, om te keren en terug te rijden. Zinloze CO2 uitstoot en verspilling van een schaarse chauffeur.

Dit druist lijnrecht in tegen de Europese klimaatplannen als Fit-for-55 en de European Green Deal.

Om aan de laatste doelstellingen te voldoen, wordt de logistieke sector gestimuleerd om versneld een enorme inspanning te leveren. Voor korte afstanden valt daarbij te denken aan elektrisch rijden. Voor langere afstanden moeten andere middelen worden ingezet zoals een versnelde vlootvernieuwing (de nieuwste modellen leveren een brandstofbesparing tot 10% op) of dieselbrandstof vervangen door biodiesel (HVO Hydrotreated Vegetable Oil), waardoor een CO2-reductie tot wel 90% kan worden bereikt.

Ook het overzetten van wegvervoer op andere modaliteiten en het compenseren van emissies via wereldwijde duurzaamheidsprojecten zijn opties, maar dat zijn projecten die grote investeringen vergen en uiteindelijk door consumenten betaald zullen gaan worden. Het is dan ook zuur dat deze milieu-inspanningen door een verkeerde maatregel deels teniet worden gedaan.

Bureaucratische dwaling
De politiek lijkt geen oplossing te hebben voor dit probleem. Ondanks gesprekken in Brussel en Den Haag om deze problematiek onder de aandacht te brengen en politici er van te overtuigen om van deze maatregel af te zien. Volgens politici was het Mobility Package een gevoelig dossier en er is niemand die daar zijn handen aan wil branden. Gevolg van deze bureaucratische dwaling: het milieu, de economie en de consument zijn de dupe.

Résumé DRN
De nieuwe verplichting heeft niets te maken met maatschappelijke doeleinden, maar vormt een stap in de marktbeperking, schendt het de vrijheid van dienstverlening en de vrijheid van ondernemen. Bovendien gaat het in tegen de klimaatbeschermingsinspanningen zoals het verminderen van lege ritten.