Al in 2011 werd vastgesteld, ook door Nederland, dat Roemenië aan alle voorwaarden van het Verdrag van Schengen had voldaan. Kort gezegd hield dat de bewaking van de buitengrenzen van de EU in, dus vooral een technische aangelegenheid.

Er ontstond een heftige commotie toen nadien officieus het Coöperatie- en Verificatie Mechanisme (CVM) aan het Schengenverdrag werd toegevoegd. Het CVM is een Europese monitoring of beide landen vorderingen maken op het gebied justitiële hervormingen en aanpak van corruptie (Roemenië) en bij Bulgarije ligt het accent op georganiseerde misdaad.

Alom werd het niet nakomen van de afspraken van het Verdrag van Schengen als een vertrouwensbreuk ervaren. Vooral ook door het Nederlandse bedrijfsleven en er werd destijds bezwaar aangetekend door de organisaties VNO NCW en MKB, Dutch Romanian Network en de Nederlands Roemeense Kamer van Koophandel die zowel in Nederland alsook in Roemenië zijn hun statements dan ook gepubliceerd.
Inmiddels is vastgesteld door de EU-controle organen dat Roemenië daaraan heeft voldaan.

Nu dreigt een tweede vertrouwensbreuk omdat Rutte de EU-regels en controle daarop niet erkent en ze als onvolledig bestempeld. Roemenië neemt desondanks een constructieve houding aan en nodigt Rutte uit om Nederland zelf een onderzoek te laten doen mits deze voor de stemming op 8 december a.s. plaatsvindt. Voor zover kan worden nagegaan is daarop nog geen reactie van Nederlandse zijde ontvangen.

Wel staat vast als Nederland zijn uitgangspunt niet wijzigt dat zij het enige land van de lidstaten zijn die tegen zullen stemmen, waarmee het zichzelf zal isoleren. Zoals bekend kent de Europese Raad het unanimiteitsprincipe wat overigens nauwelijks bruikbaar is voor grotere groepen en per definitie ondemocratisch is.

Opvallend is gebleken dat bij de Kamerleden de kennis van geopolitiek en ook van de landen zoals Roemenië en bij Bulgarije zeer beperkt is, want deze landen vertonen weinig overeenkomsten en verschillen ook politiek sterk van elkaar. Ondernemers zijn meestal beter op de hoogte want voor hun is politieke stabiliteit, wet- en regelgeving en justitiële hervormingen ook van belang en daarom gaat hun voorkeur naar Roemenië uit. Deze landen onder dezelfde noemer plaatsen getuigt niet van kennis van zaken. Het is niet toevallig dat de Roemeense corruptiebestrijder Laura Kövesi   tot hoofdaanklager van het Europese OM is benoemd.
Ook willen wij niet ongenoemd laten dat Greco (The Group of States against Corruption), de anti-corruptie waakhond van de Raad van Europa, al in 2019 stelde dat Nederland ondermaats handelt als het gaat om het waarborgen van politieke-bestuurlijke integriteit. Geen van hun aanbevelingen zijn overgenomen en daardoor is het vertrouwen in de Nederlandse politiek en het openbaar bestuur onder druk komen te staan.
Vanuit deze positie heeft Rutte zich in een precaire situatie gemanoeuvreerd als hij Roemenië en ook de uitspraak van het Europees Parlement beticht dat zij hun werk niet goed hebben gedaan.